De wedstrijd tussen Ajax en Union Berlin kende noch spektakel, noch een winnaar. Na 90 prijkte dezelfde stad op het scorebord als bij aanvang van de wedstrijd: 0-0. En daarmee komt er voor Ajax een eind aan een serie van vier opeenvolgende gewonnen. Helaas betekent dit ook dat de club de kans heeft laten liggen om zichzelf in een uitstekende uitgangspositie voor komende wedstrijden te positioneren heeft laten liggen.
Van de de frivoliteiten en dynamiek die men in bijvoorbeeld de eerste twee wedstrijden tegen Excelsior en Cambuur mocht aanschouwen, leek helemaal niets meer over. Sterker nog, het spel deed veel denken aan het oude Ajax onder Frank de Boer, alleen dan wel met een elftal dat zo ongeveer 100 miljoen euro meer waard is. Het was tenenkrommend om te zien hoe Ajax met name in de eerste helft steeds met de staart tussen de benen terug zakte.
Vrijwel elke bal die de voeten van Kenneth Taylor raakte, werd terug naar achteren gespeeld. Het was duidelijk dat de hele opbouw van het team en het spel maar een doel hadden: vooral geen balverlies leiden tegen deze stugge en geduldige counterploeg!
Union Berlin dominant tijdens de gehele wedstrijd
Opmerkelijk genoeg was het juist het spel en de opbouw en niet zozeer het balverlies dat ervoor zorgde dat Union eigenlijk de gehele wedstrijd domineerde. De enige speler die nog voor wat vermaak en stootkracht wist te zorgen was Steven Berghuis.
Met verhoogde snelheid voorzag hij enkele keren Wijndal, maar dit leidde in de eerste helft niet eenmaal tot een schot op het doel. Na rust was Ajax iets zekerder van zichzelf, al was daar eigenlijk geen directe aanleiding toe, en zocht men wat vaker de aanval op.
Dat mocht echter niet baten. Het bleef bij een schamele 0-0 en misschien is dat wel een terechte uitslag, want Union Berlin had natuurlijk moeten profiteren van deze twijfelende en teleurstellende vertoning van de mannen uit Amsterdam.